Olivedale ligt in een vallei tussen enerzijds het Langeberggebergte in het Noorden, dat zich uitstrekt over 250 km van Worcester tot George, het Bontebok National Park in het oosten en de oevers van de slome Breede rivier in het zuiden. Het is gelegen halverwege tussen Kaapstad en George, en net ten zuiden van de N2 nationale snelweg.

De streek heeft een warm en gematigd klimaat, bijna mediterraan, met gemiddelde middagtemperaturen variërend van 17°C in juli tot 27,5°C in januari. De gemiddelde jaarlijkse regenval van 560 mm komt voor in alle seizoenen, met de hoogste maandelijkse neerslag in april, en de laagste in december. De natuurlijke vegetatie is rijk aan het unieke ‘fynbos’, en de regio heeft een bloeiende agrarische industrie, variërend van fruit, bessen, tarwe, koolzaad, schapen en zuivelproducten.

De wijngaarden liggen op 45 km van de Indische Oceaan en tussen 50 en 60 meter boven de zeespiegel. De wind is overwegend zuidoost, met regelmatig een koele bries vanaf de Indische Oceaan. Tijdens de rijping van de druiven, ongeveer 45 dagen voor de oogst, is er een constant temperatuurverschil van 10°C tussen dag en nacht. De bodem varieert sterk van zand met klei aan de rivier, overgaand in zand, klei en klippen, tot zware kleigrond met stenen op de hoger gelegen stukken. In overeenstemming met de bodem werd de juiste wijnstok en onderstok gekozen. Het oogstseizoen is 2 tot 3 weken later dan andere regio’s, waardoor een langere rijpingsperiode mogelijk is, en bijgevolg een stabieler en stressvrij suikervormingsproces.

Olivedale wijngaard is uniek vergeleken met de ‘conventionele’ West-Kaapse wijnlanden. Sporadische pogingen tot wijnproductie in de streek werden gestaakt bij afwezigheid van een kelder in de directe omgeving. De bouw van een eigen kelder was dan ook noodzakelijk voor de levensvatbaarheid van de wijngaard, maar is tevens ook een bewijs van de moed en het geloof in deze unieke onderneming.

Deskundigen werden geraadpleegd in elke fase van het proces: bodemonderzoek, bodembehandeling, dekgewas, wijnstok- en onderstok-selectie, planten, palen en geleiding, oogsten, persen en wijnmaken. Toonaangevende satelliettechnologie en 2-meter diepe elektromagnetische inductie werden gebruikt om de toestand en de verscheidenheid van de bodem op het landgoed te bepalen. Alle onevenwichten werden natuurlijk gecorrigeerd. Het dekgewas werd gezaaid en al het vegetatief materiaal werd herwerkt in de grond. Er werd compost gemaakt op het terrein en dit werd vervolgens gebruikt in de plantgaten bij het planten van de wijnstokken. De aanwezigheid van regenwormen, micro-organismen en trichoderma (plantversterkende schimmels) binnen twee jaar na de behandeling, zijn getuigen dat de aanpak en de synergie, tussen moderne wetenschap en de wetten van de natuur, werkte.